De coronacrisis verhindert echter dat Stultiëns met de regelmaat van de klok aan tafel schuift met de inwoners van ‘zijn’ Nuenen. ‘Als bestuurders geven we graag het goede voorbeeld en werken we vooral digitaal. Maar als het coronaveilig kan, begroet ik mijn gesprekspartners soms in het gemeentehuis of vind je me op locatie.’ Een van die locaties is kringloopwarenhuis Het Goed, dat de wethouder en WSD-bestuurder in de zomer van 2019 aan De Pinckart mocht openen en een van zijn meest geliefkoosde plekken in het Vincent van Gogh-dorp is.
KAARTENBAK
De komst van Het Goed kwam niet zonder slag of stoot tot stand en Stultiëns zette zich samen met WSD met ziel en zaligheid in om het kringloopwarenhuis een plek te geven op Nuenense bodem. ‘Het Goed draagt niet alleen bij aan de circulaire economie, maar zet mensen aan het werk. Dankzij Het Goed lukt het ons mensen uit de kaartenbak van Sociale Zaken te halen en hier een leuke en uitdagende werkplek te bieden. Sommigen stromen snel door naar regulier werk, anderen vinden het fijner om wat langer in het kringloopwarenhuis te werken.’
Stultiëns straalt als hij over Het Goed praat. ‘Het Goed is zoveel meer dan een kringloopwarenhuis dat mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt of nieuwkomers een baan biedt’, zegt hij. ‘Hier vindt ook dagbesteding plaats, werken heel veel enthousiaste vrijwilligers én vind je studenten van het Summa College en het Ster College in Eindhoven die er praktijklessen logistiek, horeca en winkelwezen volgen. Weet je wat ik het allermooiste vind? Iedereen bij Het Goed draagt hetzelfde paarse shirt. Dat laat zien dat geen onderscheid wordt gemaakt.’
AANZET
Na ruim twaalf jaar namens politieke partij W70 gemeenteraadslid te zijn geweest in Nuenen, achtte Stultiëns de tijd rijp om voor het wethouderschap te gaan. ‘Ik heb altijd die ambitie gehad’, bekent hij. ‘Ik heb veel aan Nuenen te danken en wil graag iets terugdoen. Als wethouder ben ik onder meer verantwoordelijk voor het sociaal domein. Daarom ben ik ook bestuurder bij WSD, net als de portefeuillehouders in de acht andere Brabantse gemeenten waar het sociaal werkbedrijf actief is. Ik ben lid van zowel het dagelijks als het algemeen bestuur van WSD.’
Stultiëns vervolgt: ‘WSD doet veel meer in Nuenen dan meewerken aan het succes van Het Goed. Als ik één ankerpunt mag noemen, is dat ‘Aanzet’. Dat is een project dat WSD samen met de gemeente heeft opgezet en inwoners met een uitkering zo snel mogelijk richting werk leidt. Meteen nadat iemand zich aan de balie voor ondersteuning meldt, start een procedure die vaak al binnen één tot twee weken tot resultaat leidt.’
‘Aanzet’ werkt, constateert Stultiëns. ‘Mensen die in aanmerking komen voor het project, gaan aan de slag bij een van de werklocaties van WSD’, zegt de wethouder. ‘In Nuenen is dat vaak Het Goed, waar we al meer dan honderd mensen aan een baan hebben geholpen. We vinden het belangrijk dat een uitkeringsperiode zo kort mogelijk duurt en mensen aan de slag gaan om zo hun eigen geld te verdienen. Ze krijgen weer plezier in werken en (her)ontdekken bovendien welke kwaliteiten ze bezitten.’
Het Nuenense project staat inmiddels in de belangstelling van veel gemeenten. In Boxtel - de thuisbasis van WSD - en Sint-Michielsgestel is ‘Aanzet’ samen met WSD opgezet onder de naam ‘MijnWerkDichtbij’.
‘TOUT’ NUENEN
Hoewel Nuenen op veel terreinen samenwerkt met WSD - ook het groenbeheer koopt de gemeente in bij het sociaal werkbedrijf - is wethouder Stultiëns vooral fier op kringloopwarenhuis Het Goed. ‘Ik ben zó blij dat ik Het Goed destijds heb mogen openen’, zegt hij. ‘En ik moet bekennen dat ik er héél graag kom. Sterker nog, ‘tout’ Nuenen komt tegenwoordig bij Het Goed. Hoe geweldig is dat?’
Stultiëns vervolgt: ‘Ik vind het leuk om op zaterdag een handje te helpen bij Het Goed. Dat heb ik nu tweemaal gedaan en ben van plan dat vaker te gaan doen. Ik sta dan in de winkel of help bij de inname van gebruikte spullen. Als klant klop ik trouwens ook vaak aan hoor. Ik verzamel boeken over Vincent van Gogh dus laat geen kans onbenut om tussen de tweedehands boeken te grasduinen.’
Lachend: ‘Afgelopen vrijdag had ik er met mijn zoontje een winkelafspraak. Ons bezoek begon zoals altijd met het inleveren van gebruikte spullen. Daarna dook ik in de boekenkast en snuffelde hij tussen de Suske en Wiske-albums. Of ik iets gevonden heb? Jazeker! Een antiek Engels bibliotheektrapje. Pareltje!’